Licht is voor fotografie zowel je vriend als je vijand. Het kan je foto namelijk maken of juist breken! Er kan te weinig licht zijn, of juist teveel (denk aan felle zon). Een hoge zon (midden op de dag betekent dat harde schaduwen) of juist laaghangend. Dat laatste is echter ook een hele handige om te gebruiken voor het maken van silhouetten: mooie donkere aftekeningen en vormen. Wil je een silhouette maken, dan zijn er een paar zaken waar je rekening mee moet houden:
Om een silhouette te krijgen, moet je eigenlijk volledig tegen de zon in fotograferen. Een laaghangende zon is wat dat betreft het meest ideaal, want hoe lager hij hangt, hoe meer tegenlicht. ‘s Ochtends vroeg en rond zonsondergang zijn dus handige tijden om dit uit te proberen.
Om je silhouette goed te kunnen zien is het belangrijk dat je achtergrond altijd lichter is dan het silhouette zelf. Alleen dan tekent de vorm zich af tegen de achtergrond en maak je het goed zichtbaar.
Als je een mens als silhouette wil krijgen, is het bijvoorbeeld belangrijk dat de benen een beetje uit elkaar staan, dat evt de armen en handen te zien zijn en dat hij of zij niet net naar beneden staat te kijken, want je moet wel kunnen zien dat er een hoofd op het lichaam zit. Soms is dat een kwestie van aanwijzingen geven, of op je timing te letten.
Een silhouette hoeft echt niet helemaal zwart te zijn. Er mag best wat herkenbaars in zitten om het toch een mooi silhouette te maken.
Mocht je niet tevreden zijn over de uitkomst van je foto, dan is er in de nabewerking altijd nog veel aan te doen. Bij de app Snapseed heb je bijvoorbeeld de functie ‘selectief bewerken’ waar je gebruik van kan maken. Daarmee geef je aan dat alleen het silhouette bewerkt moet worden bijvoorbeeld, waardoor je je vorm selectief donkerder kan maken zonder dat de rest van je foto ook donker wordt.
BewarenBewaren